adenoïde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ade·no·i·de
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | adenoïde | adenoïder | adenoïedst |
verbogen | adenoïdere | adenoïedste | |
partitief | adenoïdes | adenoïders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
adenoïde
- (medisch) betrekking hebbend op klierweefsel
Gangbaarheid
- Het woord adenoïde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "adenoïde" herkend door:
47 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ adenoïde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be