adem uit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adem uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitademen

adem uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitademen
    • Ik adem uit. 
  2. gebiedende wijs van uitademen
    • Adem uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitademen
    • Adem je uit? 

Meer informatie


Gangbaarheid