achterhaalt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·haalt

Werkwoord

vervoeging van
achterhalen

achterhaalt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterhalen
    • Jij achterhaalt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achterhalen
    • Hij achterhaalt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van achterhalen
    • Achterhaalt!