achiever

Uit WikiWoordenboek

Engels

Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
achiever achievers

Zelfstandig naamwoord

achiever

  1. presteerder, iemand die iets presteert
  2. streber, iemand die gefocust is op een goed geachte prestatie
    «The conversations are mostly stream of consciousness, but they make me remember that a large part of childhood was self-conscious embarrassment - particularly for little achievers who try so hard to keep everything under control.»
    De gesprekken zijn grotendeels een stroom van bewustzijn, maar ze herinneren mij eraan dat een groot deel van mijn kindertijd uit zelfbewuste verlegenheid bestond - met name voor kleine strebertjes die zo erg proberen alles onder controle te houden.[1]
Synoniemen

Verwijzingen

  1. MacKintosh
    , Prudence (2002). Thundering Sneakers, p. 160. Uitg.: University of Texas Press, ISBN 9780292752696.