accroche

Uit WikiWoordenboek

Frans

Werkwoord

vervoeging van
accrocher

accroche

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van accrocher
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van accrocher
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van accrocher