abravecer
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- a·bra·ve·cer
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
abravecer |
abravecía |
abravecido |
volledig |
Werkwoord
abravecer
- overgankelijk ophitsen, woest maken
Synoniemen
- [1] embravecer
Verwijzingen
- abravecer in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española