aartsbisschoppelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aarts·bis·schop·pe·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van aartsbisschop met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
Bijvoeglijk naamwoord
aartsbisschoppelijk
- (religie) betrekking hebbend op een aartsbisschop
- De aartsbisschoppelijke beslissing is niet terug te draaien.
Gangbaarheid
- Het woord aartsbisschoppelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.