aanvuring

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·vu·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvuring aanvuringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanvuringv

  1. de keer dat men iemand stimuleert om iets goeds te doen
     Op het plein onder de prachtige Zuid-Amerikaanse boom Le Bel Ombra is het wel druk. maar dat komt omdat er onder aanvuring van de plaatselijke deejay door het vrouwelijk schoon van Porto Vecchio massaal een dans wordt uitgevoerd.[2]
     Door consequent te investeren in de stad is enorme vooruitgang geboekt. Samen met liberalen en confessionelen, maar ideologisch onder aanvuring van de sociaaldemocratie.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

63 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    CATHERINE DE GROOT
    “Corsica: Genieten van de rust” (05 jul. 2013), De Telegraaf
  3. Bronlink Weblink bron
    Lodewijk Asscher
    “Asscher: ‘Sociaaldemocraten hebben de stad verbeterd’” (26 augustus 2019,), Het Parool
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be