aanspreektitels
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanspreektitels (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansprekˌtitəls / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·spreek·ti·tels
Zelfstandig naamwoord
de aanspreektitels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aanspreektitel
Gangbaarheid
- Het woord 'aanspreektitels' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.