aanspreekbaarheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanspreekbaarheid (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanspreɡbarhɛit / (4 lettergrepen)
- IPA: /ˈanspregbarɦɛɪ̯t/
Woordafbreking
- aan·spreek·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van aanspreekbaar met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanspreekbaarheid | aanspreekbaarheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aanspreekbaarheid v
- de mate van het aanspreekbaar zijn
- De aanspreekbaarheid van medewerkers is gelukkig groot.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanspreekbaarheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 17
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -heid in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal