aanspraakje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanspraakje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansprakjə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·spraak·je
Zelfstandig naamwoord
het aanspraakje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanspraak
Gangbaarheid
- Het woord 'aanspraakje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.