aanrake
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·ra·ke
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanraken |
aanrake
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van aanraken
- ... dat men aanrake.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanrake' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Limburgs
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- [1,2,3] IPA: /ˈaːnraːkɐ/ (Etsbergs)
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- [4] IPA: /aːnˈraːkɐ/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanrake |
raakdje(-n) aan |
aangeraak |
1, 2, 3, zwak |
volledig |
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanrake |
aanraakdje |
aangerake |
4, klasse 7 |
volledig |
aanrake
- (Hooglimburgs) aanraken
- (Hooglimburgs) richten
- (Hooglimburgs) raken (emotioneel)
- (Hooglimburgs) in iemands nek hijgen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Limburgs
- Woorden in het Limburgs met audioweergave
- Woorden in het Limburgs met IPA-weergave
- Zwak werkwoord in het Limburgs
- Werkwoord in het Limburgs
- Sterk werkwoord klasse 7 in het Limburgs
- Hooglimburgs