aanraak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·raak
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanraken |
aanraak
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanraken
- ... dat ik aanraak.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanraak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Afrikaans
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
aanraak |
aangeraak |
volledig |
Werkwoord
aanraak
- aanraken
- «Probeer om nie oppervlaktes aan te raak wat dalk met die virus besmet kan wees nie.»
- Probeer om oppervlakken die mogelijk met het virus besmet kunnen zijn, niet aan te raken.
- «Probeer om nie oppervlaktes aan te raak wat dalk met die virus besmet kan wees nie.»
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Afrikaans
- Scheidbaar werkwoord in het Afrikaans
- Werkwoord in het Afrikaans