aanjager

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ja·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanjager aanjagers
verkleinwoord aanjagertje aanjagertjes

Zelfstandig naamwoord

de aanjagerm

  1. (techniek) een pomp van een brandspuit
  2. (techniek) een werktuig dat gasmengsel onder druk naar de motor voert
  3. (persoon) iemand die veranderingen voorbereidt
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be