aanbesteedt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbesteedt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambəˌstet / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·be·steedt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanbesteden |
aanbesteedt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbesteden
- ... dat jij aanbesteedt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbesteden
- ... dat hij aanbesteedt.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanbesteedt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.