Zaanse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Zaan·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Zaanse | Zaansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Zaanse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van de Zaan, de Zaankant, of een vrouw afkomstig uit de Zaan, de Zaankant
Verwante begrippen
Demoniemen bij Zaankant in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Zaankanter • inwoonster: Zaanse • bijvoeglijk: Zaans |
Bijvoeglijk naamwoord
Zaanse
- verbogen vorm van de stellende trap van Zaans
Gangbaarheid
- Het woord 'Zaanse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.