WikiWoordenboek:Tonaliteit in het Limburgs

Uit WikiWoordenboek
De tonen.

Tonaliteit is in het Limburgs één van de belangrijkste onderdelen van de taal. Limburgers nemen hun tonen, die zeer belangrijk zijn voor betekenis- en gevoelensonderscheid, vaak mee als ze Nederlands spreken en daardoor staan ze bij veel niet-Limburgers bekend als langzame sprekers door het zangerige effect. Het Limburgs is de enige toontaal van Nederland en is van alle Europese toontalen de taal die er het meeste gebruik van maakt. Er zijn drie tonen: de stoottoon (stoeattoean), de sleeptoon (sleiptoean) en de neutrale toon (midtoean). De tonen verschillen in de werkelijkheid qua uitspraak van dorp tot dorp en mede daarom kan een Limburger meestal zeer precies vertellen waar een mede-Limburger vandaan komt. Ook de vorm van de zin bepaalt hoe een toon precies wordt uitgesproken, bijvoorbeeld in een bijzin of een vraagzin. Ondanks dit verschilt de uitspraak van de toon nooit zo veel dat er sprake is van een andere toon, meestal wordt een toon langer gerekt of net op het einde weer iets omhoog of omlaag geduwd.

Een van de meest genoemde voorbeelden is in het woord bie. Het woord kan namelijk twee dingen betekenen afhankelijk van welke toon men gebruikt. Als er een langdurende toon gebruikt wordt die in de meeste dialect eerst lichtelijk stijgt en vervolgens zeer langzaam daalt, is er sprake van een sleeptoon (of sleiptoean in het Limburgs); dan betekent het bij zoals in Bij het huis is.. Als er een kortdurende toon gebruikt wordt die van hoog zeer snel naar laag aafdaalt, is er sprake van een stoottoon (stoeattoean); dan betekent het bij in de zin van het insect).

Behalve betekenis kunnen de tonen ook het getal van een woord bepalen. In het Limburgs zijn er meer dan honderd van dit soort woorden. Een veelgenoemd voorbeeld is daag. Dit woord betekent dag(en). Wanneer men een sleeptoon toepast is vrijwel altijd, dus ook bij daag, sprake van een enkelvoud. Bij een stoottoon is het dus logisch dat het om een meervoud gaat.

Buiten de sleep- en stoottoon is er ook nog een neutrale toon (midtoean). Deze toon komt voornamelijk voor in onbeklemtoonde posities, maar komt af en toe ook in een beklemtoonde positie voor. Meestal is dit in derde persoon enkelvoud van werkwoorden. De toon is stabiel en - zoals de naam al vermoed - is het een neutrale toon die niet hoog of laag is, maar ertussenin.

Tonaliteit moet niet verward worden met de lengte van klinkers. Hoewel het door de tonen lijkt alsof bepaalde woorden met een stoottoon kortere klinkers hebben dan woorden met een sleeptoon is er bijna geen verschil in de lengte. Bij een woord als hoes valt op te merken dat er drie mogelijkheden tot het uitspreken van dit woord zijn. Allereerst is er een hoes met een korte klinker; dan betekent het hoes zoals een cd-hoes. Verder is er nog twee keer een hoes met een lange klinker; dan is het weer de tonaliteit die verschil maakt. hoes met een sleeptoon betekent huis en hoes met een stoottoon betekent discotheek.

In het Limburgs worden de tonen niet uitgeschreven. Overigens wordt klinkerlengte ook niet uitgeschreven. Er zijn immers al meer dan genoeg accenten om de grote hoeveelheid klinkers te kunnen verwerken. Aan de context moet men maar zien uit te vinden welke toon er toegepast moet worden. In woordenboeken wordt meestal gebruik gemaakt van ~ en \. daag met sleeptoon wordt dan als /da:~x/ uitgeschreven en daag met stoottoon als /da:\x/. De neutrale toon krijgt geen apart teken. Op WikiWoordenboek hebben we besloten om met accentjes te werken, dit omdat we het IPA-systeem gebruiken en omdat het de leesbaarheid bevordert. daag met sleeptoon schrijven we als /dáːx/ en daag met stoottoon schrijven we als /dàːx/. De neutrale toon krijgt geen apart teken.