WikiWoordenboek:Limburgse uitspraak

Uit WikiWoordenboek

De uitspraak van het Limburgs verschilt behoorlijk van die van het Nederlands. Zo bestaat er een reeks aan klanken die het Nederlands niet kent (ð, æ, ɐ) en een reeks aan klanken die het Limburgs niet kent (sx, œy). In principe is het mogelijk om de uitspraak - globaal - van de spelling af te halen. Let wel op dat de laatste klank van een zin of zinsgroep vaak verlengd wordt, dit geeft vaak een zangerig of zeurderig effect. Hier volgt een kleine verduidelijking.

Klinkers[bewerken]

Het Limburgs heeft meer dan twee keer zoveel klinkers dan het Nederlands. Verder dragen ze allemaal een bepaalde toon die niet geschreven staat. Het toonstelsel is erg ingewikkeld en het is zinloos om het te gaan beschrijven. Alleen goed luisteren en oefenen kan een uitkomst bieden.

De klanken ei, i, o en u worden zoals in het Nederlands uitgesproken.

De a wordt als [a] of [ɑ] uitgesproken. Hiervoor is geen regel te geven, maar het verschil maakt niets uit, want zelfs Limburgers gooien de klanken wel eens doorelkaar. De aa wordt altijd lang uitgesproken als een [aː]. De ae wordt als een [æː] uitgesproken. Deze klank komt in het Nederlands niet voor, maar lijkt op de ai in mayonaise. De ao wordt als een [ɔː] uitgesproken, zoals in het Nederlandse zone en de äö als een [œː], zoals in het Franse cœur.

De e wordt als hij beklemtoond is als een [æ] uitgesproken. Onbeklemtoond meestal als een [ɐ] en af en toe als een [ə]. Voor dit verschil is geen regel, maar in vrijwel alle gevallen wordt het als een [ɐ] uitgesproken. Soms, zoals bij röntgensträöl, wordt een e, zoals in het Nederlandse "pet", als een [ɛ] uitgesproken, maar deze gevallen zijn op één hand te tellen. Een è wordt net als een i als een [ɪ] uitgesproken. Het verschil in de spelling is puur etymologisch. Honderd jaar geleden werd een è nog als een [ʏ] uitgesproken. Meestal komt een è overeen met een Nederlandse e en een i met een Nederlandse i, maar er zijn te veel uitzonderingen om dit als regel te gebruiken. De ee wordt lang als een [eː] uitgesproken en ook de eu is lang als een [øː] uitgesproken. De ei wordt als [ɛɪ] uitgesproken.

De ie kan kort en lang worden uitgesproken, dus als [i] of [iː]. Hiervoor zijn geen regels. De ieë wordt vrijwel altijd als [ɪɐ] uitgesproken. De ij wordt niet zoals in het Nederlands uitgesproken maar als een een i gevolgd door een j, dus als [ɪj].

De oo is lang en wordt als [oː] uitgesproken. De ó is de korte variant van de oo en wordt dus als een [o] uitgesproken. De ów wordt als [oʊ] uitgesproken en de ou als [ɒʊ]. De oe kan kort of lang worden uitgesproken, als [u] of [uː]. Dit verschil komt meestal overeen met dat in het Duits. De oea is een klank die door veel Nederlanders als lastig bevonden wordt. De uitspraak is [ʊeɐ] en dat klinkt een beetje als weer. De öj wordt als [œɪ] uitgesproken, dus ongeveer zoals het Nederlandse ui, maar dan moet de uitklank geen uu, maar een i zijn.

De ö en ù worden beiden als [œ] uitgesproken. Het spellingsverschil is puur etymologisch, want oorspronkelijk werd de ù als [ø] uitgesproken. Voor het verschil is geen regel te vinden, maar de ù is zo zeldzaam dat hij amper voorkomt en alle woorden waarin hij voorkomt hebben geen verwant woord in het Nederlands.

De uu kan lang en kort, dus als [y] en [yː] worden uitgesproken. Het verschil is niet met een regel te verduidelijken. De uue wordt als een [yɐ] uitgesproken, zoiets als het Nederlandse uur.

Medeklinkers[bewerken]

De klinkers b, f, j, k, l, m, n, p, s, t, v en z worden zoals in het Nederlands uitgesproken. Let wel op dat de b en d - in tegenstelling tot het Nederlands - niet assimileren naar een p en t op het einde van een woord.

De ch wordt in het Limburgs altijd als een [x] uitgesproken. Nooit als een [ʃ]. Wel komt het af-en-toe voor dat het als [xf] wordt uitgesproken, als het in het Engels een f heeft - vergelijk nl/li achter, en after - komt er meestal een f bij. De g wordt zacht uitgesproken aan het begin van een woord (als een [ɣ]) en aan het eind als een [x]. Verder bestaat er de lettercombinatie gk die als een [g] (als in het Engelse goal) wordt uitgesproken. Als een l, n, r of w direct na een g volgt, wordt deze syllabisch (dus als [ḷ ṇ ṛ ẉ])

De d kan in het Limburgs op twee manieren worden uitgesproken, als een [d] en als een [ð] (als in het Engelse that) Voor het onderscheid tussen deze twee is geen regel te geven, de meeste vormen met een ð zijn identiek aan een Engelse th of waar in het Duits een d is bewaard. Verder bestaat er nog de lettercombinatie dj die als een [c] (lijkt op tj) of af en toe als een [ɟ] (komt niet voor in het Nederlands) wordt uitgesproken.

De h wordt in het Limburgs als een [h] uitgesproken, dus zoals in het Engels. Het komt vaak voor dat er een [x] voor een woord beginnende met een h wordt geduuwd. Dit heeft geen gevolgen voor de spelling. Wanneer een [x] ervoor kan worden gebruikt is gekoppeld aan strenge en ingewikkelde regels, maar een [x] is nooit verplicht.

In het Limburgs bestaat er zowel een ng, een nk en een ngk. Een ng wordt - net als in het Nederlands - als een [ŋ] uitgesproken. In gesproken taal wordt er echter vaak een [g] achtergepropt. Dus kómming zal vaak als [komɪŋg] worden uitgesproken. Een nk wordt in het Limburgs altijd als een [ŋk] uitgesproken, zoals in het Nederlands. Bij de ngk daarintegen is er keuzevrijheid of men het als [ŋk] of als [ŋg] uitspreekt.

De r is in een vervelende letter om uit te spreken. Hij kan als [ʁ] (als in het Frans), als [r] (rollend), gediftongiseerd als een [ɐ] (als in het Duits) en helemaal niet worden uitgesproken. In principe is de regel dat een r altijd rollend wordt uitgesproken, behalve in de lettercombinaties eer en eur waar het als een Franse r wordt uitgesproken, bij oear en er kan de r weggelaten worden of hij moet rollend zijn en hij wordt gediftongiseerd bij een bepaald aantal vaste woorden zoals veer. Verkeerde uitspraak van een r wordt wel verstaan, maar als stijlloze en oncorrecte taal beschouwd.

De w wordt in het Limburgs als een [w] uitgesproken, net als in het Engels. De Noord-Nederlandse [ʋ] bestaat in het Limburgs niet en wordt als een v verstaan. Dit kan vaak tot spraakverwarring leiden. vaer betekent o.a. in jongerentaal penis, terwijl waer o.a. weerstand betekent. De zin Waat deit diene waer? betekent Hoe gaat het met je weerstand? terwijl Waat deit diene vaer? Wat doet je penis? betekent. Daarom is het belangrijk de w goed met beide lippen uit te spreken zoals in het Engels.

Verder bestaan er in het Limburgs ook nog klanken als de dzj ([dʒ]), de lj ([lɪ]), de nj ([ɲ]), de sj ([ʃ]), de tj ([c]), de tsj ([tʃ]) en de zj ([ʒ]). Ook is het belangrijk om te weten dat een n als een [ɲ] wordt uitgesproken bij combinaties als ntj, nsj en ndj, zolang deze tot dezelfde lettergreep behoren, dus miensj wordt als [miɲʃ] uitgesproken, terwijl miensjat als [miːnʃɑt] wordt uitgesproken.

Leenwoord[bewerken]

Het Limburgs kent maar een klein aantal leenwoord in verhouding met het Nederlands. De meeste zijn bijna tweehonderd jaar oud en komen nog van de Franse tijd. Deze woorden zijn volledig ingeburgerd.

Het kleine aantal jonge leenwoorden zoals Kanneda (Canada) en Singapoear (Singapore) wordt geschreven zoals ze worden uitgesproken. Sommige woorden zijn echter zo jong dat ze nog geen gecorrigeerde spelling hebben, bijvoorbeeld het werkwoord google (googelen, van Google). Meestal gaat het hier om productnamen, merken of jeugdige trents die geen plaats in de Limburgse woordenlijst verdienen.

Voorbeeld[bewerken]

Ter illustratie volgt nu een geluidsbestand. Het is ingesproken door een oudere inwoner van de Etsberg, gemeente Roerdalen. Jongere generaties zullen de <i> in noearswindj eerder als een [ɪ] uitspreken dan een [i]. Hieronder staat tevens de tekst om mee te lezen:

  •  De Noearswindj ènne Zón.    (hulp, bestand)
  • De noearswindj èn de zón twösdje euver waem de stèrks waar. Bie wen den 'ne wanjelieër in e werm kleide lankskoom. Die komendj euverzich det daw wae det ieës 't kleid aafkreeg, de stèrks waar ven g'm angere. De noearswindj bloos es hel es t'r kós, men dèstö helder d'r bloos dèstö kórter d'r 't kleid óm zich haer veew èn de zón goof dem zien trach euver. Den leet de zón zien sträöl hieël hel sjienen èn drek toog d'r zie kleid aaf. Doe mós de noearswindj waal bekènne det de zón de stèrks waar.