Utrechtenaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Utrech·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Utrechtenaar Utrechtenaars
Utrechtenaren
verkleinwoord Utrechtenaartje Utrechtenaartjes

Zelfstandig naamwoord

de Utrechtenaarm

  1. (demoniem) een inwoner van Utrecht, of iemand afkomstig uit Utrecht
  2. (verouderd) een homoseksueel
Synoniemen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Utrechtenaar op website: Etymologiebank.nl
  2. A.H. Huussen jr. 1982. “Strafrechtelijke vervolging van ‘sodomie’ in de Republiek”, in: Spiegel Historiael 17, pp. 547-552.