Swaziër
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Swa·zi·er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Swaziër | Swaziërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Swaziër m
- (demoniem) een inwoner van Swaziland, of iemand afkomstig uit Swaziland
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Swaziland in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Swazi, Swaziër • inwoonster: Swazische • bijvoeglijk: Swazisch |
Gangbaarheid
- Het woord Swaziër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.