Richter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Rich·ter
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Richter m

  1. (familienaam)
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie


Pennsylvania-Duits

Richter
Uitspraak
Woordafbreking
  • Rich·ter
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Richter der Richter
datief me Richter em Richter
accusatief en Richter der Richter

Zelfstandig naamwoord

Richter, m

  1. (juridisch) rechter
Opmerkingen