Piet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Piet
  enkelvoud
nominatief   Piet  
genitief   Piets  

Eigennaam

Piet m

  1. (mannelijke naam) jongensnaam
     Want ieder jaar gaat er een nieuw Pietje mee, klein genoeg om door de schoorstenen te roetsjen en handig in klauteren en springen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 11