Noord-Amerikaans

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Noord-Amerikaans    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Noord-Ame·ri·kaans

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  Noord bn  en  Amerikaans bn 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	Noord-Amerikaans	Noord-Amerikaanser	Noord-Amerikaanst
verbogen	Noord-Amerikaanse	Noord-Amerikaansere	Noord-Amerikaanste
partitief	Noord-Amerikaans	Noord-Amerikaansers	-

Bijvoeglijk naamwoord

Noord-Amerikaans

1. horend bij Noord-Amerika (VS en Canada)

   • Volgens financieel topman Bob Shanks ligt "alles op tafel om Ford te repareren". Daarbij wees hij op andere investeringen, samenwerkingsverbanden en het vertrekken uit markten of stopzetten van producten. Op de Noord-Amerikaanse markt stopt Ford in ieder geval al met het investeren in een nieuwe generatie sedans, zo kondigde het aan. In oktober hanteerde Ford nog een besparingsdoel van 14 miljard dollar in 2022. 
   • De muzikante maakte dinsdag de data van het Noord-Amerikaanse gedeelte van de tournee bekend. Die start in juli en loopt tot eind september. Later zullen daar volgens Variety ook concerten in het buitenland aan worden toegevoegd. 

Gangbaarheid

• Het woord Noord-Amerikaans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.