Kalenner

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·len·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Kalenner der Kalenner Kalenner die Kalenner
datief me Kalenner em Kalenner Kalenner de Kalenner
accusatief en Kalenner der Kalenner Kalenner die Kalenner

Zelfstandig naamwoord

Kalenner [1], m

  1. (tijdrekening) kalender
    «Heit iss Pingschde in em Grischtliche Kalenner
    Vandaag is Pinksteren in de christelijke kalender.
  2. (letterkunde) almanak
Schrijfwijzen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen

Verwijzingen