Jochbein

Uit WikiWoordenboek


Duits

Zelfstandig naamwoord

Jochbein o

  1. (anatomie) jukbeen
    «Miroslav Klose hat anstatt des zunächst befürchteten erneuten Bruchs nur eine Prellung am Jochbein erlitten.[1]»
    Miroslav Klose heeft in plaats van de eerst gevreesde breuk slechts een kneuzing aan zijn jukbeen.
    «Da kam bei Brokdorf ein Polizist vom Bremer Sondereinsatzkommando noch glimpflich davon. Einen "plötzlichen heftigen Druck am Kopf" spürte der Uniformierte: Eine Stahlkugel hatte - knapp am Auge vorbei - sein Jochbein zertrümmert.[2]»
    Bij Brokdorf kwam een politieagent van de speciale eenheid er nog goed van af. De uniformdrager merkte "plotselinge hevige druk in zijn hoofd" op: een stalen kogel had - rakelings langs zijn oog - zijn jukbeen verbrijzeld.
Verbuiging
Synoniemen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen

Verwijzingen