Historiker

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: /hɪsˈtoːʀikɐ/
Woordafbreking
  • His·to·ri·ker

Zelfstandig naamwoord

Historiker m

  1. historicus
    «Ein Historiker beschäftigt sich mit der Erforschung und Darstellung der Geschichte.»
    Een historicus houdt zich bezig met het onderzoek naar en de beschrijving van de geschiedenis.
Verbuiging
Verwante begrippen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen