Gibraltarees

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Gibraltarees    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌɣibrɑltaˈres / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• Gi·bral·ta·rees

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van Gibraltar met het achtervoegsel -ees

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Gibraltarees	Gibraltarezen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Gibraltarees m

1. (demoniem) een inwoner van Gibraltar, of iemand afkomstig uit Gibraltar

Verwante begrippen

Demoniemen bij Gibraltar in het Nederlands
inwoner: Gibraltarees • inwoonster: Gibraltarese • bijvoeglijk: Gibraltarees

Vertalingen

    1.   

Spaans: gibraltareño (es) m

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	Gibraltarees	Gibraltareser	Gibraltareest
verbogen	Gibraltarese	Gibraltaresere	Gibraltareeste
partitief	Gibraltarees	Gibraltaresers	-

Bijvoeglijk naamwoord

Gibraltarees

1. (demoniem) op Gibraltar betrekking hebbend

Vertalingen

    1.   

Spaans: gibraltareño (es)

Gangbaarheid

• Het woord Gibraltarees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.