Flevolandse
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Flevolandse (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Fle·vo·land·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Flevolandse | Flevolandsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Flevolandse v
- (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Flevoland, of een vrouw afkomstig uit Flevoland
Verwante begrippen
Demoniemen bij Flevoland in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Flevolander • inwoonster: Flevolandse • bijvoeglijk: Flevolands |
Bijvoeglijk naamwoord
Flevolandse
- verbogen vorm van de stellende trap van Flevolands
Gangbaarheid
- Het woord Flevolandse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.