Dokkumer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Dokkumer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Dok·ku·mer

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van Dokkum met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Dokkumer	Dokkumers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de Dokkumer m

1. (demoniem) een inwoner van Dokkum, of iemand afkomstig uit Dokkum

Verwante begrippen

Demoniemen bij Dokkum in het Nederlands
inwoner: Dokkumer • inwoonster: Dokkumse • bijvoeglijk: Dokkums

Gangbaarheid

• Het woord Dokkumer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.