Chalcedoniër
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Chal·ce·do·ni·er
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van Chalcedonië met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Chalcedoniër | Chalcedoniërs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Chalcedoniër
- (demoniem) een inwoner van Chalcedonië, oude stad in Bitinië, in Klein-Azië, of iemand afkomstig uit deze stad
Verwante begrippen
Demoniemen bij Chalcedonië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Chalcedoniër • inwoonster: Chalcedonische • bijvoeglijk: Chalcedonisch |
Gangbaarheid
- Het woord 'Chalcedoniër' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.