Bosniër
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Bos·ni·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Bosniër | Bosniërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Bosniër m
- (demoniem) een inwoner van Bosnië en Herzegovina, of iemand afkomstig uit Bosnië en Herzegovina
Verwante begrippen
Demoniemen bij Bosnië en Herzegovina in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Bosniër • inwoonster: Bosnische • bijvoeglijk: Bosnisch |
Vertalingen
1. een inwoner van Bosnië en Herzegovina
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Bosniër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.