Argentijn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Argentijn (hulp, bestand)
- IPA: / ɑrɣɛnˈtɛin / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌɑrχɛnˈtɛɪ̯n/, /ˌɑrχɛnˈtæɪ̯n/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌɑrɣɛnˈtɛːn/
- (Limburg): /ˌɑrɣɛnˈtɛɪ̯n/
Woordafbreking
- Ar·gen·tijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Argentijn | Argentijnen |
verkleinwoord | Argentijntje | Argentijntjes |
Zelfstandig naamwoord
de Argentijn m
- (demoniem) iemand van Argentijnse komaf
- In het voetbal zijn de Argentijnen de aartsrivalen van de Brazilianen.
- restaurant met een Argentijnse keuken
- ▸ Anders moet Pieter straks maar wat gaan halen. Iets van de Argentijn, of zo.[1]
Verwante begrippen
Demoniemen bij Argentinië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Argentijn • inwoonster: Argentijnse • bijvoeglijk: Argentijns |
Vertalingen
1. iemand van Argentijnse komaf
Gangbaarheid
- Het woord Argentijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2