Andorrees
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- An·dor·rees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Andorrees | Andorrezen |
verkleinwoord | Andorreesje | Andorreesjes |
Zelfstandig naamwoord
de Andorrees m
- (demoniem) iemand die afkomstig is uit Andorra
Verwante begrippen
Demoniemen bij Andorra in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Andorraan, Andorrees • inwoonster: Andorraanse, Andorrese • bijvoeglijk: Andorraans, Andorrees |
Vertalingen
1. iemand die afkomstig is uit Andorra
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Andorrees | Andorreser | Andorreest |
verbogen | Andorrese | Andorresere | Andorreeste |
partitief | Andorrees | Andorresers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Andorrees
- (demoniem) van/uit Andorra
Vertalingen
1. van/uit Andorra
Gangbaarheid
- Het woord Andorrees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.