Anamnesen

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: /anamˈneːzn̩/, (duidelijk uitgesproken) /anamˈneːzən/
Woordafbreking
  • Anam·ne·sen

Zelfstandig naamwoord

Anamnesen mv

  1. nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Anamnese