-troof
Nederlands
Huidig bestand |
---|
0 |
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- van het Grieks -trophos, van trephein [voeden] [1]
Achtervoegsel
-troof [2]
- ter vorming van bijvoeglijk naamwoorden met de betekenis ‘(wijze van) voeding, groei, toename’ met name (medisch) b.v. oligotroof
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord '-troof' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.