øje

Uit WikiWoordenboek
Et menneskeligt øje.
Een menselijk oog.


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • øje
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord auga, verwant met het Latijnse woord oculos.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
øje
øjer
øjede
øjet
volledig

Zelfstandig naamwoord

øje

  1. kijken, zien
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

[A] øje o

  1. (anatomie) oog (orgaan)
  2. (plantkunde) knoop, nodium
Verbuiging
[A] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   øje     øjet     øjne     øjnene  
genitief   øjes     øjets     øjnes     øjnenes  
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: få øje på
zien
  • [1]: Ude af øje, ude af sind.
Uit het oog, uit het hart.

Zelfstandig naamwoord

[B] øje o

  1. oog (kleine opening)
Verbuiging
[B] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   øje     øjet     øjer     øjerne  
genitief   øjes     øjets     øjers     øjernes  
Hyperoniemen
Hyponiemen

Verwijzingen